Kerndoelen rekenen/wiskunde
- De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken
- De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.
- De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.
- De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, hele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.
- De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.
- De leerlingen leren schattend rekenen en tellen.
- De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
- De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.
- De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht gebruiken.
- De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
- De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.